• Afdrukken


Enige maanden geleden publiceerde uitgever New In Chess het boek 'Move First, Think Later' van IM Willy Hendriks.

IM Merijn van Delft bespreekt het boek
.

Recensie 'Move First, Think Later'

Het nieuwe boek ‘Move First, Think Later’ van Willy Hendriks was meteen het gesprek van de dag toen het deze zomer uitkwam. Omdat de 27 hoofdstukken vooraf gegaan worden door in totaal 138 opgaven, duurde het even voordat ik er zelf doorheen was, maar ik heb het met plezier gelezen. Het boek roept denk ik wel de nodige verwarring op, met deze recensie wil ik proberen daar enige duidelijkheid over te scheppen.

De onbewust vaardige schaker

Het boek is voor en door de gevorderde schaker, het heeft bijvoorbeeld niets met schoolschaken te maken. De ondertitel geeft dit ook aan: ‘Sense and nonsense in improving your chess’. Het gaat dus er om hoe je je schaken kunt verbeteren, niet om hoe je schaken leert. Dat kan verduidelijkt worden aan de hand van het volgende overzicht. Bij het ontwikkelen van een vaardigheid (bijvoorbeeld schaken) doorloop je vier fasen:

1. Onbewust Onvaardig
2. Bewust Onvaardig
3. Bewust Vaardig
4. Onbewust Vaardig

Met zijn boek richt Hendriks zich duidelijk op de vierde ontwikkelingsfase. Het verschil tussen de verschillende ontwikkelingsfasen is op allerlei punten relevant, bijvoorbeeld als het gaat om vuistregels. Hendriks betoogt dat allerlei kunstmatige (strategische) vuistregels beter vervangen kunnen worden door een concrete aanpak, waarbij de schaker (fase 4) varianten uitrekent en daarbij indirect (onbewust) geholpen wordt door de schaakkennis die hij/zij heeft opgebouwd. Als beginnende schaker (fase 1) heb je echter geen flauw idee waar je naar moet kijken, je weet nog niet veel, en dan is het erg handig als je denken een beetje gestuurd wordt door wat vuistregels. Naar mate je sterker wordt, laat je deze kunstmatige vuistregels stukje bij beetje weer los. Hetzelfde geldt voor de blundercheck (hoofdstuk 18). Bij de gevorderde schaker is dat geïntegreerd in zijn denken en iets wat meestal onbewust gebeurt, voor de beginnende schaker kan het een eye-opener zijn en iets om bewust mee bezig te zijn. Hendriks creëert op veel punten een tegenstelling die wellicht niet bestaat.

Wetenschappelijk gehalte

De cover van het boek suggereert een stevig wetenschappelijk gehalte, maar in feite komt Hendriks in zijn boek niet verder dan de eerste fase van de empirische cyclus: het formuleren van hypothesen. Daar is verder niets mis mee, dat geldt bijvoorbeeld ook voor de boeken van Rowson. Speculatie over hoe het met de werkelijkheid zit, is een mooi begin. Zeker het aan de kaak stellen van wat de gevestigde orde zoal beweert, is erg verfrissend en maakt het boek leuk om te lezen.

Het experiment waarbij de vuistregel ‘If White advances with g4, block his aggression with ...g5’ wordt getest (hoofdstuk 7) rammelt wetenschappelijk gezien natuurlijk aan alle kanten. Om zoiets echt te testen heb je om te beginnen een heel veel grotere dataset nodig, die zich niet beperkt tot de zet 17.g4. Overigens zijn zulke concrete vuistregels uiteraard gedoemd om onderuit gehaald te worden. Maar de strategische richtlijn dat het succes van een actie op de vleugel voor een belangrijk deel afhangt van de situatie in het centrum (dus wat algemener en voorzichtiger geformuleerd), blijft tot op hoog niveau een belangrijke rol spelen. Dat klinkt misschien te algemeen en abstract om van waarde te kunnen zijn, maar een blik op het centrum werpen, voordat je je pionnen op de koningsvleugel naar voren knalt, blijft concreet en toepasbaar.

De pedante schaaktrainer

Het boek is in zekere zin een aanklacht tegen de pedante schaaktrainer/auteur, die probeert het schaken in een systeem te gieten en daar zelf steeds meer in gaat geloven. De schaaktrainer die bij een analyse komt zitten en alle aanwezigen les begint te geven, heel vervelend. In die zin is het boek zeker geslaagd.

Overigens is het boek scherp geformuleerd en polariseert nogal, dus het is te hopen dat ‘Move First, Think Later’ zich uiteindelijk niet aan hetzelfde fenomeen schuldig maakt en zich ontwikkelt tot een systeem op zich, het MFTL systeem.

Motor van de schaakontwikkeling

Het boekt heeft veel oog voor cognitieve aspecten en de objectieve waarheid. De daadwerkelijke motor van de schaakontwikkeling blijft echter de fascinatie voor het spelletje. Je schaakt omdat je het leuk vindt en je wil er beter in worden. De ‘feel good factor’ ontbreekt een beetje in het boek. Je leert met vallen en opstaan. Je leest misschien de verkeerde boeken en gebruikt de verkeerde vuistregels, maar zolang je er plezier in hebt en je er veel mee bezig bent, kan het rap gaan met je ontwikkeling.

Disclaimer

Om een evenwichtig beeld van het boek te hebben, helpt het om het boek helemaal gelezen te hebben. Hendriks pakt zijn betoog grondig aan en de verschillende hoofdstukken volgen elkaar logisch op. Het geheel past goed in elkaar en het betoog is pas aan het eind van het boek af. Zo staat pas op p.198 onder het kopje ‘modesty or enthusiasm’ een soort disclaimer, waarin de auteur zijn eigen boek relativeert.

In deze recensie heb ik wat kritiekpunten genoemd, of misschien beter gezegd het boek in een bepaald perspectief geplaatst. Dat neemt niet weg dat het boek heel lekker wegleest en heel veel interessante ideeen en stellingen bevat. Bijna alles wordt eens van een andere kant bekeken, hetgeen me een gezonde instelling lijkt. Dus: aanbevolen!

---

Site IM Willy Hendriks

KVDC video boekpresentatie tijdens Open NK Dieren

KVDC video analyse Hendriks - Smeets Open NK Dieren 2012

Gepost: 14 september 2012