Vierde JSG training door GM Sipke Ernst over opbouwen openingsrepertoire

GM Sipke Ernst gaf zondag 12 februari 2012 een training aan het JSG over het opbouwen van een openingsrepertoire. Ook besprak hij partijen van twee deelnemers. Een video geeft een impressie van de training.

Ernst gaf aan hoe het mogelijk is systematisch openingen te bestuderen. Dat leidt tot een eigen openingsrepertoire. Hij liet aan de hand van eigen praktijkvoorbeelden zien hoe hij dat zelf opbouwt door in het databaseprogramma Chessbase files aan te maken van varianten. Per variant neemt hij subvarianten op en commentaar met tekst.

Kennis over openingen kun je op diverse manieren vergaren. Ernst beveelt het lezen van beginnersboeken over openingen aan. Daarnaast zijn er veel interessante video’s waarin experts over openingen vertellen. Chessbase heeft een aantal van die video’s in de aanbieding. Je kunt bij het studeren aantekeningen maken en varianten en tekst opnemen in je files. Die tekst bestaat uit vuistregels: algemene regels over kenmerken van een bepaald soort stellingen.

Op clubavonden en via het programma PlayChess op internet kun je openingen uitproberen. Gespeelde partijen kun je eerst zelf analyseren en dan met een schaakprogramma als bijv. Houdini of Fritz analyseren. Nuttige varianten kun je toevoegen aan je files. Van cruciale momenten kun je een diagram maken (en uitprinten) opdat je het beeld inprent in je geheugen. Herhalen en toepassen (ook experimenteren) zijn belangrijk als je je een opening eigen wilt maken.

Over het geheugen ontstond een korte gedachtewisseling. Als je weet hoe je geheugen werkt, kun je er wellicht optimaal gebruik van maken. Gastdeelnemer GM Ton Sijbrands werd naar zijn mening gevraagd. Als wereldkampioen dammen en wereldrecordhouder (28 borden) blind simultaan dammen, zou hij daar ideeën over kunnen hebben. Sijbrands meldde dat hij bij schaken vanuit de openingsstelling nog geen vier zetten kan visualiseren. Bij dammen leunt hij zwaar op het herkennen van patronen. Daarbij speelt hij liever tegen sterke tegenstanders die een logische zettenreeks volgen. Ook is het een kwestie van veel oefenen, meent hij.
Duidelijk is wel, zegt Ernst, dat je veel dingen het beste onthoudt als je ze begrijpt. Snappen is de basis van alles. Daarnaast raadt hij aan om openingsboeken te bestuderen die veel tekst bevatten, zoals de serie van GM Paul van der Sterren.

Karel van Delft verwees naar een boek van Wienigk (‘Mittelspielmüster’) waarin de auteur Sovjet-schaakpedagogiek behandelt. Wienigk beveelt het uitprinten van cruciale stellingen aan. Veel Russische spelers hebben stapels handgetekende diagrammen uit het pre-computertijdperk. IM Alexander Kabatianski, die de zesde JSG-training zal verzorgen, heeft bijvoorbeeld ook mappen met dergelijke getekende diagrammen. Een foto zegt meer dan duizend woorden en een diagram dat je begrijpt wellicht meer dan talloze zettenreeksen.

Een smal repertoire heeft als voordeel dat je het kan uitdiepen, maar als nadeel dat je voorspelbaar bent. Het is ook nuttig openingen te spelen waar je je prettig bij voelt, stelt Ernst. Zelf had hij na een week studie toch maar de Stonewall verworpen in zijn voorbereiding op de B-groep van Tata 2012. Toch was die voorbereiding niet verkeerd, zegt hij. Je komt toch op nieuwe ideeën en je moet durven investeren en experimenteren. Anders kom je nooit verder.

Veel spelen met openingen is belangrijk. In de praktijk moet je kennis toepassen en met onverwachte wendingen leren omgaan. Dat is toch anders dan kennis uit een boek verstouwen.

Het voordeel van Chessbase boven bijvoorbeeld Fritz is dat er allerlei tools zijn om bijvoorbeeld in een referentiedatabase met soortgelijke partijen te kijken. De database van het programma kun je elke week aanvullen met gratis downloads van TWIC.

Idolen kunnen een nuttige functie hebben heeft Sipke Ernst ervaren. Zelf is hij altijd gecharmeerd geweest van het spel van GM Kramnik. Door diens partijen na te spelen ontwikkelde hij veel ideeën die hij in zijn eigen partijen kan gebruiken.

Als je van ‘fun’ in het leven houdt, moet je geen Russisch spelen. Aldus Ernst. ‘Tenzij je het net als Giri als remisewapen gebruikt’.  En: ‘Als je een saai iemand bent, kun je je leven toch nog wat glans geven door scherpe openingen als de Najdorf te spelen en op avontuur te gaan.’

Als manier om openingen te leren, wijst Ernst ook op de mogelijkheid met een trainingspartner samen te werken. Je kunt dan bijvoorbeeld samen varianten analyseren en trainingspartijen spelen. Zelf heeft hij ook veel geleerd door eenmaal als secondant te werken met GM Jan Smeets.

Bij het bespreken van diens partij maakte Ernst een compliment aan Carlos Preuter die een uitgebreide analyse in tekst en varianten had ingeleverd. De speler dwingt zich zelf zo tot een diepgaande analyse. Daarnaast geeft het een trainer goed inzicht in hoe een speler denkt en daarmee aanknopingspunten voor gerichte adviezen.
Marcel Flohr toonde een spannend aanvalspartijtje. Ernst merkte daarbij op dat een computer misschien nog verdedigingszetten vindt, maar dat veel spelers het psychologisch benauwd krijgen als ze moeten verdedigen. Dan valt het niet altijd mee correcte zetten te vinden voor de verdediger.

Zelf blijven nadenken is het belangrijkste, zegt Sipke Ernst. ‘Vertrouw nooit klakkeloos varianten. Vertrouw ze pas als je ze begrijpt. Je moet streng zijn voor jezelf als je analyseert, niets zomaar aannemen. Dan kan je er in de praktijk pas echt wat mee. Als een plan niet uitgevoerd kan worden, dan is het misschien wel een slecht plan. ’

Gepost: 14 februari 2012